VERKLARING REGERING IN BALLINGSCHAP REPUBLIK MALUKU SELATAN
De regering in ballingschap van de RMS heeft kennisgenomen van het plaatsvinden van een reizende tentoonstelling en een herdenking op 7 oktober 2021, waarbij een “hernieuwde aankomst” van de Molukse KNIL-Militairen en gezinsleden – waarvan de eerste groep op 21 maart 1951 in Nederland is gearriveerd – zal worden herdacht.
De regering verwerpt beide initiatieven.
In deze verklaring zal in eerste instantie worden ingegaan op de reizende tentoonstelling “In Twee Werelden – Molukkers in Nederland”. Deze tentoonstelling zal van start gaan op 11 september 2021 in Moordrecht. In Moordrecht is een grote Molukse gemeenschap gevestigd. Leden van deze gemeenschap staan bekend als trouwe en fanatieke aanhangers van de RMS. In dit licht is het onaanvaardbaar te noemen, dat een verzoek om een of meerdere vertegenwoordigers van de RMS-regering aanwezig te laten zijn bij de opening, door de Burgemeester is afgewezen, omdat het zou gaan om een lokale aangelegenheid. Dit klemt te meer daar – zoals reeds herhaalde keren is gezegd – de komst en het verblijf in Nederland van de Molukse gemeenschap onlosmakelijk verbonden zijn aan de proclamatie van de RMS op 25 april 1950. De aankomst op 21 maart 1951 van de eerste leden van de Molukse gemeenschap in Nederland vindt zijn oorsprong in de historische datum 25 april 1950. De dag waarop het Molukse volk zich vrij heeft verklaard.
Daarnaast is ons gebleken dat de inhoud van de tentoonstelling op tal van onderdelen onjuist te noemen is. Bovendien draagt de tentoonstelling een tendentieus karakter.
Om te beginnen wordt de RMS neergezet als een afscheidingsbeweging. Er is geen sprake van afscheiding, maar van een bezetting van het grondgebied van de RMS. Immers nadat de RMS op 25 april 1950 was geproclameerd heeft de eenheidsstaat Republiek Indonesië, welke op 17 augustus 1950 eerst is ontstaan met hulp van Nederlandse schepen van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM), de RMS aangevallen met militair geweld en daarna het grondgebied van de RMS bezet. Deze bezetting duurt tot op heden voort. Het kiezen voor deze Indonesische versie inzake het ontstaan van de RMS – als één van de eerste onderdelen van de tentoonstelling- heeft tot gevolg, dat er een valse start wordt gemaakt. Op deze wijze wordt de Indonesische bezetter een podium als belangrijkste actor geboden. Langs deze weg wordt impliciet de vervolging van RMS-aanhangers door de republiek Indonesië anno 2021 – als separatisten die een zogenaamde aanslagtegen de staat (Makar) hebben gepleegd – gelegitimeerd. Daarmee wordt de onderdrukking van het Molukse volk en de illegale exploitatie van de Molukken gerechtvaardigd. Dat is verkeerd en onacceptabel.
Aangezien de komst van de Molukse gemeenschap samenhangt met de proclamatie van de RMS had dit cruciale moment in de vestigingsgeschiedenis van de Molukse gemeenschap als eerste onderdeel van de tentoonstelling moeten worden getoond.
Eenzelfde omissie betreft het niet benoemen van de negatieve rol van de Nederlandse regering in het kader van het dekolonisatieproces van haar vroegere kolonie. Nederland heeft het Molukse volk na 350 jaren van koloniale onderdrukking verraden. Niet enkel de Molukse gemeenschap in Nederland, maar in het bijzonder die op de Molukken. Het niet ondersteunen door de Nederlandse regering van de uitoefening van het recht op zelfbeschikking van het Molukse volk – zoals gestalte heeft gekregen middels de proclamatie van de RMS – was een handeling in strijd met het internationaal recht. Dit klemt te meer daar Nederland partij is geweest bij verschillende verdragen (RTC-verdrag) waar in het recht op zelfbeschikking was gegarandeerd. Ook dit onderdeel komt in het geheel niet tot zijn recht in de tentoonstelling.
Op voornoemde wijze wordt geheel voorbijgegaan aan de verantwoordelijkheid van Nederland – alsmede van Indonesië – voor de voortdurende bezetting en exploitatie van de Molukken.
De tentoonstelling schept dan ook een historisch onjuist beeld, dat de werkelijkheid geweld aan doet.
Om deze reden roept de RMS-regering dan ook eenieder op de tentoonstelling op een kritische wijze te volgen. Daar waar mogelijk dienen vertegenwoordigers van de lokale Molukse gemeenschappen op onderdelen waar sprake is van pseudogeschiedschrijving een juiste versie van de (RMS) geschiedenis te geven.
Ten aanzien van de geplande herdenking op 7 oktober 2021 stelt de RMS-regering zich op het standpunt, dat de aankomst van Molukse KNIL-Militairen en hun gezinsleden slechts een keer – en wel in 1951- heeft plaats gevonden. De wijze waarop de Nederlandse regering alsnog recht kan doen aan het leed wat het Molukse volk – in Nederland en op de Molukken- is aangedaan kan dan ook niet plaatsvinden middels een feestelijke “hernieuwde aankomst” op de kade van de haven van Rotterdam. Wij ervaren dit als een belediging.
Voor het herstel van al het leed, dat het Molukse volk hier en in de Molukken is aangedaan is veel meer nodig. De invulling hiervan wordt niet bepaald door een “comité Molukse herdenking”-zonder enig draagvlak- maar dient te worden overgelaten aan hen die namens het Molukse volk politieke- en maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen.
De RMS-regering zal ten aanzien van de herdenking van 7 oktober separaat nog uitvoeriger zijn standpunt kenbaar maken.
De regering in ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken
President
Mr. J.G. Wattilete
Verklaring regering in ballingschap Republik Maluku Selatan (PDF)